© Wim Kloppenburg. Laatste update 8 augustus 2024.
Made with Xara Web Designer+
Het nieuwe Liedboek – Zingen en bidden in huis en kerk (2013) van de Protestantse Kerk in
Nederland breekt met de hierboven geschetste traditie: er is geen aparte rubriek Psalmen
voorafgaand aan de Gezangen, maar het boek bestaat uit meer dan duizend door-
genummerde Liederen. De 150 ‘Geneefse Psalmen’ staan er wel in, maar het Psalter is
‘doorschoten’ met allerlei liederen, liedjes, acclamaties en refreinen die in meerdere of (heel
vaak) mindere mate geïnspireerd op de voorafgaande Psalm.
Een voorbeeld dat er, alleen al in muzikaal opzicht, uitspringt is Lied 92a, een bewerking
van Psalm 92. De melodie en de oorspronkelijke Duitse tekst zijn van Rolf Schweizer (1936-
2016). De melodie is aanstekelijk, vrolijk en ‘jazzy’, de tekst van couplet 1 en 2 en van het
keervers is een vrijwel letterlijk citaat uit de Lutherbijbel (Psalm 92,1-6). Pas veel later
heeft Schweizer de derde strofe toegevoegd
1
, omdat de muzikale dynamiek daar als het
ware om vraagt; twee coupletten is net te kort (zie ook de opmerkingen bij ‘De wereld is
gewonnen’, elders op deze website).
Overigens is Schweizer in de derde strofe aanmerkelijk minder schriftgetrouw; ja, eigenlijk
staat er zelfs het omgekeerde van wat we in Psalm 92,6 lezen: ‘Die Gottlosen grünen wie
das Gras, und die Übeltäter blühen alle’.
De Nederlandse versie van Karel Eykman is geen vertaling, maar een bewerking waarvan
alleen het refrein en de eerste strofe aan de psalm herinneren. De rest is een vrije tekst
waarin we worden opgeroepen om God te loven ‘met toeters en bellen’, en ‘stevig stampen
met je voeten’, want, zo weet de dichter, ‘God zal het prachtig vinden’.
Karel Eykman (1936-2022; zie wikipedia) was een groot verteller en dichter, beroemd
vanwege zijn veelzijdige oeuvre: kostelijke teksten en liedjes voor kinderen (Sesamstraat,
Het klokhuis), verrassende parafrases van bijbelverhalen (De werksters van half vijf), de
kinderbijbel Woord voor woord en talloze kinderboeken. Maar zijn bewerking van Psalm 92
valt me eerlijk gezegd een beetje tegen; het is net iets te geforceerd-leuk. Van de
psalmtekst en van het Duitse origineel is maar weinig terug te vinden.
In Liedboek-2013 wordt – voorzover ik weet voor het eerst in de geschiedenis van het
kerklied – de ‘toeter’ geïntroduceerd als instrument om God te loven (zie ook Lied 223, daar
zelfs inclusief de feestmuts). Eerlijk gezegd roept dat bij mij geen stichtelijke associaties op.
Ik moest meteen denken aan de ongeduldige taxichauffeur in de file, aan de oorverdovende
vuvuzela’s van het WK-voetbal 2010 en aan de politicus die in het kader van de cultuur-
bezuinigingen het Residentie Orkest ‘een clubje toeteraars’ noemde…
1. In de proefbundel (1988) van het Evangelisches Gesangbuch had het lied nog twee strofen en was de
toonsoort F-groot; in de definitieve uitgave van het EG (1994) is de derde strofe toegevoegd en is het lied
een kleine terts lager genoteerd (waardoor een deel van de ‘frisheid’ van dit charmante lied verloren
gaat). Ook het Liedboek noteert het lied helaas in D.
Aus Psalm 92
Kehrvers
Das ist ein köstlich Ding, dem Herren danken
und lobsingen deinem Namen,
das ist ein köstlich Ding, dem Herren danken
und lobsingen deinem Namen, du Höchster.
1. Des Morgens deine Gnade
und des Nachts deine Wahrheit verkündigen
auf den zehn Saiten und Psalter,
mit Spielen auf der Harfe.
Kehrvers
2. Du läßt uns fröhlich singen
van den Werken die, Herr, deine Hand gemacht.
Wie tief sind deine Gedanken;
du, Höchster, bleibest ewig.
Kehrvers
3. Die deine Rechte halten
werden grünen und blühen und fruchtbar sein.
Sie werden nimmer vergehen,
denn du bist ihre Stärke.
Kehrvers
Luister naar een opname uit 1981 door het koor
van de IKON-kinderdiensten o.l.v. Marijke Bleij-
Pel m.m.v. Wim Kloppenburg, orgel (2 couplet-
ten, de derde strofe was er toen nog niet).
De orgelbegeleiding die ik voor deze opname
schreef, staat uiteraard in F en was bedoeld
voor de Duitse tekst.
Voor geïnteresseerden is de partituur hier als
PDF te downloaden.
Eén van de vele voorbeelden: eerst
de PSALMEN, dan de GEZANGEN.
Onbescheiden poging
Omdat ik het jammer vond dat er geen Nederlandse vertaling
van dit lied bestond, heb ik geprobeerd er zelf één te maken.
Helaas is het mij daarbij niet gelukt om een eigenaardigheid
in de aanhef van de bijbeltekst te honoreren, waar immers
eerst óver God wordt gesproken in de derde persoon (‘Het is
goed de Heer te loven’), waarna Hij vervolgens in de tweede
persoon wordt aangesproken (‘Uw naam lof te zingen, o
Allerhoogste’). Verder heb ik een melisma moeten opsplitsen:
‘u lof te zingen’ heeft een lettergreep meer dan ‘und
lobsingen’; in het Nederlands heb je in deze constructie nu
eenmaal het woordje ‘te’ nodig (overigens heeft Karel Eykman
deze twee moeilijkheden ook niet kunnen oplossen). Ik geef
mijn tekst dus graag voor een betere; wie van de lezers
verrast mij met een mooiere Nederlandse tekst?!
Refrein
Ja, het is goed, o Heer, uw Naam te prijzen,
uw lof te zingen, Allerhoogste,
ja, het is goed, o Heer, uw Naam te prijzen,
uw lof te zingen, Allerhoogste, voor immer.
1. Des morgens uw genade en des avonds uw trouw te verkondigen,
met psalmgezang U te loven, bij snarenspel en citer.
2. Hoe heerlijk zijn uw werken, grote daden hebt Gij door uw hand gedaan.
Hoe diep, Heer, zijn uw gedachten, geen mens kan U bereiken.
3. Uw vijand zal verstommen, alle boosdoeners zullen te gronde gaan.
Maar al wie gaat op uw wegen, die zult Gij niet beschamen.
Gedurende meer dan vier eeuwen, om precies te zijn van 1566 tot 1973, werden alle officiële lied-
boeken van de calvinistische kerken in Nederland gekenmerkt door het feit dat daarin, als gesloten
corpus, alle 150 Psalmen in berijmde vorm waren opgenomen, naar het voorbeeld van het ‘Geneefse
Psalter’ dat in opdracht van Calvijn tussen 1539 en 1562 was gemaakt.
Het belangrijkste continuüm in de Nederlandse psalmboeken wordt uiteraard gevormd door de
zestiende-eeuwse melodieën; immers, bij ons werden de Franse teksten vervangen door het
Nederlands – niet altijd even fraai, maar wel zo veel mogelijk gehoorzamend aan Calvijns eis van
schriftgetrouwheid: geen parafrases, uitweidingen of andere toevoegingen aan de ‘Hebreeuwse
waarheid’ van de bijbelse psalmtekst.
Naast dit integrale Geneefse Psalter als hoofdbestanddeel van onze kerkboeken, was slechts een zeer
beperkt aantal andere (voornamelijk aan de Schrift ontleende) liederen toegestaan, zoals de Tien
Geboden en enkele cantica (de zogenaamde ‘Eenige Gezangen’). Pas vanaf het begin van de
negentiende eeuw werd het aantal gezangen uitgebreid, wat vaak aanleiding heeft gegeven tot
heftige twisten en zelfs kerkscheuringen. Na de Reformatie zijn er dus gedurende meer dan 250 jaar
in de calvinistische kerken zelfs geen Paas- of Kerstliederen gezongen! En in een aantal streng-
gereformeerde denominaties is dat nog altijd zo.
Maar ook als er een groter aantal gezangen aan het kerkboek wordt toegevoegd, blijft gelden: eerst
Schriftwoord, dan mensenwoord.
Ook het Liedboek voor de Kerken van 1973 kent de traditionele indeling van Psalmen en Gezangen,
met het Psalter in een nieuwe berijming, die eindelijk, na vier eeuwen recht doet aan het
oorspronkelijke ritme van de Franse melodieën!
Breuk met de traditie
Ein köstlich Ding
t.Karel Eykman, m.Rolf Schweizer (‘Das ist ein köstlich Ding’). LB 92a
Gepubliceerd in M&L 2013 nr.5.
Bewerkt en aangevuld sept. 2020.