© Wim Kloppenburg. Laatste update 14 april 2024.
Made with Xara Web Designer+
Gepubliceerd in Het Orgel 1994 nr.12.
Casper Honders

Adriaan Casper Honders

Zoeterwoude, 6 juni 1923 - Groningen, 8 oktober 1994

In memoriam Casper Honders Op 8 oktober overleed, 71 jaar oud, Casper Honders, theoloog en oud-hoogleraar liturgiewetenschap in Groningen. Mijn eerste persoonlijke ontmoeting met Casper Honders was eind jaren ’60, op de examendag van één van de cursussen voor amateur-organisten, georganiseerd door de Commissie voor de Kerkmuziek van de Hervormde Kerk. Honders was toen voorzitter van die Commissie en woonde als gecommitteerde de examens bij. Tussen de middag, bij het begin van de broodmaaltijd, vroeg de voorzitter van de examencommissie: “Ach, dominee Honders, misschien wilt u als predikant voorgaan in gebed.” Honders kneep zijn ogen tot spleetjes en keek de man even zwijgend aan. Pas later begreep ik dat de vraag hem irriteerde; voor het gebed aan tafel had je toch geen “professionele bidder” nodig! Maar hij was er de man niet naar om die irritatie direct uit te spreken. Hij deed dat veel geraffineerder en met het nodige gevoel voor humor. “Ja”, zei hij, “dat is goed. En ik wil dat doen met de bewoordingen van een oud formuliergebed dat wij in de huiselijke kring ook altijd gebruiken.” Vol verwachting keken de leden van de examencommissie hem aan. Honders vouwde de handen, sloot de ogen en sprak: “Here, zegen deze spijze. Amen.” Dat was Casper Honders ten voeten uit. Ondanks zijn grote kennis en eruditie zocht hij altijd naar een zo groot mogelijke directheid en eenvoud, ook in liturgicis. Zo had hij een uitgesproken voorliefde voor de sobere, gereformeerde orde van dienst. Hij vergeleek deze eens met een eenvoudig doch wendbaar scheepje, dat vele stormen kon doorstaan en dat hij niet wilde inruilen voor een statig en deftig opgetuigd “Lima-jacht”. Het duurde altijd even voordat je je door Honders liet aanspreken. Hij was geen briljant redenaar die je met kracht van argumenten probeerde te overtuigen. Bijna verlegen, soms zoekend naar woorden, vertelde hij over de dingen die hem bezighielden en inspireerden. Maar hij was volstrekt authentiek en geloofwaardig door de manier waarop hij de academische beoefening van de liturgiewetenschap wist te verbinden met een persoonlijk geloofsgetuigenis. Hij kon zijn werk als liturgiewetenschapper niet los zien van zijn ambt als pastor. Bij de aanvaarding van het lectoraat in de liturgiewetenschap, in 1979 in Groningen, bracht hij die verbinding als volgt onder woorden: … de samenkomst van de gemeente […] is het oergebeuren dat ten grondslag ligt aan alle liturgiewetenschappelijke overleggingen en overpeinzingen. Een gebeuren waaraan scharen die niemand meer tellen kan de eeuwen door hebben deelgenomen: zingend, biddend, luisterend... Een gebeuren ook zónder welk iedere beoefening van de theologie, denk ik, steriel dreigt te worden. […] Het lied doet ons zingen. Welnu, de wetenschap die dáár weet van heeft en die zich dáármee bezig houdt...; kán het beter? Het hele perspectief van het vak Liturgiewetenschap kan, wat mij betreft, in vier woorden worden omschreven: ER ZIT MUZIEK IN. In muzikaal perspectief De manier waarop Casper Honders in zijn colleges dit muzikale perspectief aan de orde stelde bezorgde hem de bijnaam ‘de zingende professor’. Ik herinner me een promotiebijeenkomst waar Honders als opponent de promovendus het vuur na aan de schenen legde, door al zingend te verduidelijken dat een bepaalde relatie tussen woord en toon toch ànders lag dan in de betreffende dissertatie werd verondersteld. Reeds de eerste regels van zijn curriculum vitae zijn kenmerkend voor deze man die zich nooit tot één specialisme heeft willen beperken. Hij studeerde namelijk theologie in Groningen, Leiden, Zürich, Bazel en Amsterdam. Na als predikant in de Hervormde Kerk een aantal gemeenten gediend te hebben, werd hij vanaf de oprichting in 1963 verbonden aan het Instituut voor Liturgiewetenschap van de Rijksuniversiteit te Groningen. In 1978 werd hij benoemd tot lector, in 1980 tot hoogleraar, een functie die hij bekleedde tot aan zijn emeritaat in 1984. Van 1972 tot 1982 was hij tevens docent hymnologie en liturgiek aan het Stedelijk Conservatorium in Groningen. Verder was hij van 1965 tot 1970 voorzitter van de al genoemde Commissie voor de Kerkmuziek en van 1972 tot 1977 voorzitter van de Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk. In het Liber Amicorum, dat hem ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag op 6 juni 1993 werd aangeboden, is een overzicht afgedrukt van Honders’ publicaties, een bibliografie van bijna zeven pagina’s. Ze bestrijken de terreinen van de kerkgeschiedenis, de liturgiegeschiedenis, de hymnologie en de kerkmuziek. Vooral die laatste twee aspecten bezorgden hem internationale bekendheid. Belangrijk werk deed hij als bestuurslid van de IAH, de Internationale Arbeitsgemeinschaft für Hymnologie en als lid van de Arbeitsgemeinschaft für theologische Bachforschung. Hij keek graag mee ‘over Bachs schouder’, zoals één van zijn boekjes heet. En al kijkend en luisterend – en vooral ook zelf spelend, want hij was een verdienstelijk amateur-organist – kwam hij een aantal geheimen van Bachs koraalbewerkingen op het spoor: het verband tussen de structuur van de compositie en de inhoud van de tekst van het koraal. Honders leverde dan ook een belangrijke bijdrage aan het Internationale Bach- Congres van de Nederlandse Organisten Vereniging NOV in 1985, dat gewijd was aan Bachs Orgelbüchlein. Er werden binnen de universiteit wel eens kritische vragen gesteld: of dit Bach-onderzoek wel paste binnen de specifieke taakstelling van een hoogleraar liturgiewetenschap… Honders merkte dan fijntjes op “dat het vroeger wel vaker was voorgekomen dat theologie, liturgie en kunst elkaar hadden ontmoet en zelfs bevrucht”. Op die ontmoetingspunten van liturgie en cultuur, van kerk en kunst, van geloof en wetenschap vond Casper Honders zijn inspiratie. Hij heeft daarvan getuigd op een manier die nog lang in onze oren zal naklinken.
Lima In 1982 verscheen het zg. Lima-rap- port van de Wereldraad van Kerken over doop, eucharistie en ambt. De liturgische uitwerking daarvan vinden we in de Lima-liturgie, die vooral be- kend is geworden door de assem- blee van de Wereldraad in Van- couver in 1983. Het was een rijk ‘opgetuigde’ klassieke dienst van Schrift en Tafel waar lang niet alle aangesloten kerken zich bij thuis- voelden, en waarin verschillen in ambts- en sacramentsopvatting dui- delijk naar voren kwamen. Inmiddels heeft het ideaal van wereldwijde litur- gische eenheid veelal plaatsgemaakt voor acceptatie of zelfs het toejui- chen van cultureel bepaalde eigen- heid en veelkleurigheid. Hoever de opvattingen op dit punt uit elkaar lagen, bleek wel uit de nuch- tere, haast laconieke reactie van het Leger des Heils op het Lima-rapport: “Met de basisformule van de Wereldraad stemmen wij van harte in. Maar het Lima-rapport is geba- seerd op uitgangspunten die wij afwijzen. Wij kennen geen doop, geen avondmaal, geen enkel sacra- ment of symbool, geen ambt en geen apostolische successie. De weder- geboorte is een geestelijke genade, daar is geen water voor nodig; ge- meenschap met God en met elkaar wordt bewerkt door de Heilige Geest, dat kan ook zònder brood en wijn."
Liber Amicorum Frans Brouwer en Robin A. Leaver (red.), Ars et musica in liturgia - Celebratory volume presented to Casper Honders on the occasion of his seventieth birthday on 6 June 1993. Bijzondere uitgave in de reeks Kerkmuziek & Liturgie van het Nederlands Instituut voor Kerk- muziek. Utrecht 1993.
Ik besteed op deze website graag aandacht aan de mensen die mij bijzonder geïnspireerd hebben. Op de homepage noemde ik bij- voorbeeld al mijn leraar Frits Mehrtens. Ook de veelzijdige theo- loog/hymnoloog/liturgist/Bachkenner Casper Honders mag niet ongenoemd blijven. Voor mijn werk bij IKON-radio heb ik hem ver- schillende malen mogen interviewen over een veelheid aan onder- werpen. Bij zijn veel te vroege overlijden in 1994 schreef ik dit in memoriam.
Zie de bespreking van BWV 679 op deze website.
Meer dan 25 jaar na dato is het mis- schien zinvol, in de marge van dit in memoriam enige toelichting te geven bij onderwerpen die toen actueel waren. De cursussen kerkmuziek waren een vrij jong verschijnsel waarvoor veel belangstelling bestond. Ik was er al vroeg als docent bij betrokken.
bladeren
bladeren
Wim Kloppenburg  Hymnologie